zondag 13 februari 2011

VAN dieren leren

Deze pagina is gereserveerd voor het toekomstige blogstuk over de vraag wat mensen van dieren kunnen leren. Twee andere stukken zijn verschenen onder de titels De ware fluisteraar en Wees woest.

De ware fluisteraar

Deel I van een trilogie over dierentrainers

Een hond is onhandelbaar. De eigenaar ziet in dat hij eerst zelf moet veranderen, voordat de hond dat definitief kan doen. Dat is meestal het patroon van tv-programma Dog whisperer op National Geographic. Het lijkt heel voorspelbaar, zeker als de uitzendingen ook nog eens permanent worden herhaald, maar ik kan het toch niet nalaten ernaar te blijven kijken. Elke keer weer zet Cesar Millan in een enorm tempo de eerste stappen vooruit en steeds ben ik verrast door wat de eigenaar leert. Soms kost het drie kwartier om de hond zover te krijgen, soms blijkt na drie maanden dat het resultaat nog maar heel beperkt is. Toch is het altijd weer fascinerend om te zien dat de hond het veel eerder begrijpt dan de eigenaar.

“Millan maakt honden bang, de halsbanden waar hij mee werkt doen pijn en hij voert een show op.” Dat zei hondenkenner Martin Gaus onlangs bij Pauw & Witteman. Deze en andere uitlatingen die hij debiteerde, verbaasden mij zeer, want ik zie als vaste kijker heel andere dingen. Het was de aanleiding een begin te maken met de beantwoording van drie vragen waarop ik broed:
  • waar komt de weerstand vandaan die Millan oproept? (niet alleen bij Gaus)
  • wat kunnen mensen van dieren leren? (in plaats van omgekeerd)
  • hoe weet je of experts die zeggen dat ze kunnen vertellen hoe je met honden of andere dieren moet omgaan echt deskundig zijn?

    De laatste vraag zal ik in dit blogstuk behandelen. Laten we hopen dat aan het eind de ware fluisteraar kan opstaan. 

    Onzekerheid
    Volgens Millan hebben honden lichaamsbeweging, discipline en affectie nodig, in deze volgorde. Dat betekent: wandelen, grenzen stellen en daarna pas het geven van aandacht. Volgens hem heeft iedere hond een goede roedelleider nodig en die rol vervullen mensen vaak niet op een goede manier, onder meer doordat ze onzeker zijn en die onzekerheid ook kunnen afreageren. Millan interpreteert en corrigeert het gedrag van honden met een verbluffende snelheid en de geluiden die hij maakt hebben soms iets weg van fluisteren.

    In een van zijn vertrekken staat een standbeeld van Boeddha. Maar hij gelooft niet helemaal in de kracht van zachtmoedigheid, want toen een van zijn gasten zei Mahatma Gandhi een goede leider te vinden, antwoordde Millan ‘die is veel te soft voor de hondenwereld’. Ik denk dat Gandhi wel zachtmoedig was, maar zeker niet soft, ook al heeft hij dat imago. Hondentrainer Paul Owens is het daar blijkbaar mee eens, want die schijnt Gandhi te citeren. Owens wordt ook al hondenfluisteraar genoemd (misschien gebeurde dat al eerder dan bij Millan) en hij heeft inderdaad een zachtmoedig uiterlijk. Het eerste wat mij opviel aan zijn werkwijze is dat hij veel met voedsel werkt als aandachttrekker en beloning. Owens zegt dat als je dit op de goede manier doet, het niet zal werken als omkoping en het effect dus blijvend is. Als Gandhi nog geleefd had, zou ik graag weten wat hij daarvan vindt, maar het is hoe dan ook een opvallend verschil met Millan. Die gebruikt hooguit in twintig procent van de gevallen een enkel stukje kaas of een paar brokjes.

    Pijn doen
    En de allereerste dierenfluisteraar was natuurlijk Monty Roberts die met paarden werkt en zelfs een paardentaal heeft ontwikkeld, vooral bestaande uit gebaren. Hij zegt dat hij daarmee bijna ieder paard in minder dan een half uur zadelmak krijgt. In zijn boeken beschrijft hij hoe hij het vertrouwen van paarden wint en hoe zinloos het is om dieren te dwingen omdat ze van nature al heel loyaal zijn. Een jockey die zijn zweep niet gebruikt, heeft volgens hem meer kans een race te winnen dan een jockey die dat wel doet. Hij heeft zeer hooggeplaatste klanten, waaronder de Britse koningin en grote bedrijven met een probleem op het vlak van organisatiecultuur. In zijn boek Paarden – wijze lessen voor de mens, gebruikt hij nadrukkelijk het woord geweldloos. Zo stelt hij dat geen enkel wezen het recht heeft om tegen een ander wezen (dier of mens) te zeggen ‘doe wat ik zeg, anders doe ik je pijn’.

    Roberts vertelt in zijn boek ook over de evenementen die hij op zijn ranch verzorgt voor individuele bezoekers en groepen. Op een dag kwam het voltallige personeel van een bedrijf langs om te zien hoe hij een paard zou zadelen. De organisator van het uitje had hem opgedragen nog even te wachten want de drie directeuren stonden nog buiten te praten. Maar dat duurde steeds langer, Roberts kreeg de indruk dat de drie gewend waren dat iedereen altijd op ze wachtte en besloot gewoon te beginnen. Toen hij uit zijn ooghoeken had gezien dat de verbaasde directeuren in alle stilte hadden plaatsgenomen op de tribune, spitste hij zijn verhaal toe op de omgangsvormen met een paard, als metafoor voor samenwerking op de werkvloer en onderling respect. Na afloop kwam het drietal enigszins beschaamd naar hem toe om te vertellen dat ze veel hadden geleerd.

    Toen over Roberts een film was gemaakt met Robert Redford in de hoofdrol, kwam de term fluisteraar in opkomst. Om het nog ingewikkelder te maken voert Cesar Millan in een van zijn uitzendingen weer een andere paardenfluisteraar op: Pat Parelli (zie de links onderaan dit artikel) .

    Forum
    Als ik kijk naar het forum bij Pauw & Witteman, waar de reactie die ik direct na de uitzending met Gaus gaf overigens niet meer te zien is, dan is met name het punt van de corrigerende methodes essentieel. Millan gebruikt zowel straf als beloning voor correcties en Gaus vindt dat negatief gedrag het beste genegeerd kan worden. Toch vraag ik me af of dat altijd opgaat, we kennen allemaal het echec in de jaren zestig van de zogenaamd ‘vrije opvoeding’ van kinderen. Bovendien denk ik dat een corrigerende ingreep op negatief gedrag zorgt voor aandacht en je kunt alleen maar effect bereiken met een beloning als je aandacht van de hond krijgt. En het enige alternatief voor het trekken van aandacht is vooralsnog: werken met voedsel, waarvan maar de vraag is of het ethisch meer verantwoord is dan straffen. Verder is (mij) onbekend welke aanpak het meest effectief is.

    Ik vind het jammer Gaus door gebruik van het woord aversief (walgelijk) een sfeer schept, zonder in te gaan op het effect en zonder te vertellen in hoeverre de methodes van Millan vergelijkbaar zijn met de manier waarop honden elkaar van nature corrigeren. Ik kan me in elk geval niet voorstellen dat het geven van een hondenbrokje als beloning een natuurlijke gedraging is. Daarom zou ik het genereus vinden als Gaus voortaan een term zou gebruiken die minder oordelend en meer inhoudelijk is. Zonder dat ik echt thuis ben in de terminologie van hondentrainers, wil ik wel een poging doen een alternatief te geven. Ik denk dan aan: correctief.

    Zachte dokters
    In elk geval zijn de methodes van Millan volgens mij niet gewelddadig. Het is geen mishandeling om een hond de trap op te trekken als je hem daarmee helpt zijn angst te overwinnen. Voor mij is dat vergelijkbaar met het zetten van een arm bij mensen of het toedienen van jodium. Daarvoor hebben we een spreekwoord: ‘zachte dokters maken stinkende wonden’. En het is ook niet verkeerd om een hond met je hak aan te raken of op zijn zij te leggen, als dat ertoe leidt dat hij zijn onrust kwijtraakt. Suggesties dat hij honden ‘schopt’ en langdurig ‘op de grond gedrukt’ houdt zijn onwaar, voor zover ik heb kunnen nagaan. Bovendien behandelt Millan geen gewone honden, maar vooral 'zware gevallen' en het is logisch dat deze een iets andere benadering vragen.

    Dan is er nog een kritiekpunt dat Gaus niet gebruikte, maar dat ik wel eens gehoord heb. Millan zou gebruik maken van verouderde inzichten als hij de roedel centraal stelt: recent onderzoek zou hebben aangetoond dat socialisering bij honden plaatsvindt in gezinsverband. Ik weet niet in hoeverre dat waar is, ik vraag me vooral af of dit niet een kwestie is van terminologie. Ik denk dat honden net als mensen hun hele leven lang kunnen leren van soortgenoten, ook al is hun opvoeding achter de rug en zijn ze hun gezin al lang ontgroeid.

    Checklist
    Dan de vraag: hoe weet je of een deskundige echt deskundig is en geen charlatan die alleen maar belooft om een gedragsprobleem van een huisdier te kunnen oplossen? Zelf heb ik geen huisdier - afgaande op mijn logica kom ik tot een checklist. De ideale expert voldoet aan de volgende criteria:
    • heeft kennis over de diersoort, het ras en het gedragsprobleem
    • gebruikt methodes die de eigenaar aanspreken, bijvoorbeeld holistische principes, clickertraining (of juist niet)
    • geeft een heldere en logische uitleg over de aanpak met antwoorden die ook op internet geverifieerd kunnen worden
    • is gevestigd binnen een redelijke afstand
    • komt afspraken na
    • beschikt over referenties, bijvoorbeeld uitspraken van klanten op de website (testimonials)
    • gebruikt hulpmiddelen (zoals een riem, een bal)
    • is ook in staat om met een minimum aan hulpmiddelen te werken, zodat een hond bijvoorbeeld leert te doen wat gevraagd wordt, zonder aan de riem te zitten
    • geeft de eigenaar tips waarvan de inhoud begrijpelijk, concreet, uitvoerbaar en effectief is
    • deze tips mogen onwennig en misschien confronterend zijn voor de eigenaar, ze moeten wel goed voelen: aansluiten op de praktijk, met tact gegeven worden en ingaan op de specifieke situatie.

    De ware
    Wie is nu de ware fluisteraar? Die kennen we misschien niet eens. Hij of zij fluistert ongestoord verder, zoals een echte held in stilte zijn daden verricht. Er zal trouwens niet één ware fluisteraar zijn, iemand die pretendeert als enige de absolute waarheid te kennen, roept bij mij alleen maar vragen op. Meerdere deskundigen zullen vanuit hun kracht op adequate manier kunnen opereren in verschillende situaties.

    Duidelijk is voor mij dat de waarheid eerder gefluisterd dan geroepen wordt en zich helemaal niet laat commanderen. Al kan een schreeuw soms wel een heel authentieke vorm van expressie zijn. Net als een blaf, een krijs of een kras, een brul, een brom of een grom, een piep, een zang, een loei, een lach, een miauw, een bries, een kir, een sis, een huil of een snater (met dank aan Wikipedia).
    Links over hondentrainingen
    Dan nog enkele Nederlandstalige websites met onder meer boeken over andere methodes voor hondentraining:

    Links over paardentrainingen
    Twee Amerikaanse paardentrainers zijn vermeldenswaard

    Nederland