vrijdag 10 oktober 2008

Armoede politiek gecorrigeerd

Armoede is onrecht! Dat is een favoriete uitspraak van politici, kerkleiders, en anderen die zich laten voorstaan op hoge ethische principes. Van de katholieke Hugo Chavez tot de islamitische Ghaddafi en de nog resterende lieden met sympathie voor de praktijken van regimes in het voormalige Oostblok. Plus een grote massa aan goedwillenden daar tussenin.

Goed bedoeld
Het is heel politiek correct om armoede onrechtvaardig te noemen. Als je er van de buitenkant tegenaan kijkt kan dat heel positief bedoeld zijn, het is in elk geval beter dan roepen dat armoede niet bestaat. Maar als je er zelf in zit, dan is het gewoon akelig. Je moet het hoofd boven water houden, de eindjes aan elkaar knopen. Niet je verstand op nul en je blik op oneindig, maar te midden van alle onzekerheid en dreigende paniek, je verstand paraat houden en je blik richten op morgen. Of alleen op vandaag, zodat je tenminste wat te eten hebt. En tegelijk je tanden op elkaar zetten om de moed erin te houden, terwijl je weet dat de realiteit niet moedgevend is. Vechten voor je leven, terwijl je weet dat je kwetsbaar bent. Met je rug tegen de muur (fysiek en emotioneel) speel je een soort simultaan schaakpartij, op leven en dood.

Armoede als eigen ervaring
Schrijven over armoede ter gelegenheid van Blog Action Day is een goede zaak. Maar degenen die schrijven zijn niet degenen die armoede aan den lijve ondervinden, anders hebben ze vermoedelijk geen pc en tijd om een blog te schrijven. Ze kunnen dus heel veilig en politiek correct hun terechte verontwaardiging bezingen.

Van mij mag Blog Action Day volgend jaar weer armoede als thema hebben. Maar dan beschreven vanuit het perspectief van degenen die armoede ondervinden. Want ook al zullen sommigen (velen) niet in staat zijn hun eigen bericht op internet te plaatsen, dat is nog geen reden om ze niet aan het woord te laten. Als ik mee doe, beloof ik een iemand die armoede heeft te adopteren, al is het maar voor één dag.

Vragen voor een interview
Ik spoor hem/haar op en maak een afspraak te voor de bewuste dag. Stel hij heet Charlie, ik vraag hem:
  • wat heb je meegemaakt de afgelopen 24 uur?
  • hoe voel je je?
  • heb je te eten en te drinken de komende 24 uur en wat hoop je in die tijd te doen?
  • wat zijn je dromen voor de toekomst?
Tussen Rotterdam en Nairobi
Ik verwerk dat tot een tekst voor een blog. Of ik regel een toetsenbord waarop Charlie dat zelf intikt. Ik maak een foto van hem en plaats het geheel op een speciale website die voor deze dag is opgezet.

Die website gaat een pracht van een mozaïek vertonen. Een bewoner van een slum in Nairobi staat tussen een dakloze uit Rotterdam en een aan lager wal geraakte alcoholist in een Russisch dorpje. Dankzij degenen die hun ervaringen melden en degenen die dat indien gewenst faciliteren met wat technische en verbale ondersteuning. Ik weet zeker dat het een verzameling wordt met pracht en kracht, kleur en geur, passie en compassie.

Minder vrijblijvend
Daar wordt de wereld rijker van. Wie vroeger met een boog om signalen van armoede heen liep, maakt die boog misschien wat kleiner en wie tot nu toe armoede als onrecht affichereerde, doet dat hopelijk wat minder ´makkelijk´. Misschien ook, door al die groeiende inzichten, onstaat er behoefte aan beter beleid en handelt de politiek .... correct, door woorden om te zetten in daden.

donderdag 9 oktober 2008

Dubbelganger doordringt pantser

“Nederland is een verkeersplein aan de Noorzee”, zei Hans Dorrestein. “En de pizzakoeriers rijden zo hard dat ze eerder koud zijn dan de pizza’s.” Toen was verkeersveiligheid nog een van de voornaamste problemen, tegenwoordig gaat het alsmaar over veiligheid tegen aanslagen. Sinds de moord op Fortuyn rijden politici in gepantserde wagens.

Armgebaar wekt woede
Toch is dat niet waar, merk ik op een soort subplein. Via het Jaarbeursplein in Utrecht, ben ik op weg naar het station. Een studente met een fiets kruist mijn pad, ik laat haar voorgaan met een armgebaar en word ingehaald door een bozig kijkende heer. Blijkbaar neemt hij me kwalijk dat hij heeft moeten inhouden. Zodra ik hem aankijk wendt hij zijn blik weer af en loopt ietwat in elkaar gedoken verder.

Grote gelijkenis
De kop staat ergens op mijn netvlies. Waar ken ik die van? Donker haar met scheiding in het midden, krachtige ogen onder borstels van wenkbrauwen, achter een metalen bril. Zou dit werkelijk Maxime Verhagen kunnen zijn, onze minister van Buitenlandse Zaken? De gelijkenis is overweldigend.

Soeplesse in een sportjas
Hij heeft een rap tempo, ondanks de schichtig opgetrokken schouders. Soepel zwaaiend met zijn bovenlijf beklimt hij de trap, ik sta op de volle roltrap. Niemand om me heen heeft in de gaten dat de man daarboven met de rode sportjas, een bekendheid is. Er steken weliswaar zwarte broekspijpen onderuit, voorzien van een scherpe vouw, maar die felrode kleur trekt alle aandacht. Als ik boven ben is er niets meer van hem te zien.

In het wild lopend
In de stationshal zie ik hem bij een snackbalie. Zou hij van pizza houden of patat? Even later loopt hij weer zwaaiend met zijn romp, door naar zijn trein. Nederland is meer dan een verkeersplein, het heeft een station. Het is eigenlijk een dorp. Waar in het buitenland politici zwaar worden bewaakt, lopen ze hier in het wild rond.

Tenzij dit niet onze minister was. Maar dan kan hij zich heel gemakkelijk voor hem uitgeven. Dat is een veiligheidsprobleem waartegen gepantserde wagens niet bestand zijn.