donderdag 24 november 2011

Waarom ik stem op Spekman

Wie weet ga ik stemmen op Hans Spekman. Niet voor de Tweede Kamer, wanneer die weer wordt gekozen is nog niet bekend. Het gaat om de verkiezingen voor het partijvoorzitterschap. Hoe kom ik daartoe?

Klik op de link in deze alinea
voor de reportage van RTV Rijnmond.
Na afloop van het PvdA-voorzittersdebat, vanavond in Rotterdam, raakte ik aan de praat met kandidaat Hans Spekman. Hij vond mijn feedback dat hij te veel praat over onrecht en te weinig over visie heel vervelend en was het er totaal niet mee eens. Ik bood aan een paar tips te sturen, hij zei die met belangstelling te zullen lezen en ik denk dat hij het meende. Omdat hij bij herhaling zegt ‘recht voor zijn raap’ te zijn, besloot ik die feedback maar gelijk op mijn blog te zetten. Dan kan iedereen het lezen en desnoods commentaar geven.

Wat ik goed vind aan Spekman 
Uit zijn optredens in de media kreeg ik al die indruk, maar nu ik hem zonder montages heb gezien weet ik het wel bijna zeker: hij is eerlijk. Zijn verbale uitspraken en zijn non-verbale optreden vertellen me samen dat hij hoge morele standaarden heeft. Hij weet deze ook te combineren met het bereiken van resultaten. Dat is niet vanzelfsprekend: heel veel politici, net als veel managers, komen op beide fronten niet ver. En is dat wel het geval, dan wordt vaak maar één van beide kanten ontwikkeld en gebruikt. Moreel verantwoorde idealisten schrijven plannen die het stadium van de droom niet voorbij komen en degenen die voor resultaat gaan doen denken aan beleidsbulldozers zonder stuur.

Bovendien ervaar ik dat Spekman op een frisse manier naar de wereld kijkt en niet aarzelt om met onconventionele oplossingen te komen. In dat kader doet hij me wel eens denken aan wijlen Jan Schaeffer, de Amsterdamse banketbakker die het schopte tot staatssecretaris voor Volkshuisvesting en wiens meest markante uitspraak was “In gelul kun je niet wonen.”

Wat me stoort
Waar ik moeite mee heb is dat de moraliteit van Spekman snel ontaardt in het scheppen van kampen ‘goeden’ en ‘slechten’. Het onrecht tiert welig, machteloosheid heerst alom en wantoestanden kunnen alleen worden gestelpt door te spreken van kwade intenties. Althans dat is hoe ik sommige van zijn uitspraken ervaar. Ik denk zelf niet dat onrecht steeds maar weer voortkomt uit negatieve intenties van één betrokken partij. Oorzaken van machtsongelijkheid kunnen ook liggen in bijvoorbeeld: tradities, onwetendheid of gebrek aan initiatief van de ‘slachtoffers’.

Misschien is hij vanuit zijn integriteit zo gefocust op de inhoud, dat hij de vorm vergeet. Natuurlijk gaat het in de politiek uiteindelijk altijd om de inhoud en als de vorm teveel accent krijgt, dan vieren de oneliners hoogtij, verpakt in gladde praatjes en misleidende montages. Maar de vorm blijft wel het voertuig voor de inhoud. Zonder vorm word je niet gehoord en kun je dus niemand overtuigen, zoals iedere politicus graag wil. Daarvoor moet je de taal spreken van je publiek en die taal is deels een belevingswereld.

Wat ik hem adviseer
Ik denk dat Spekman er goed aan doet de problemen die hij benoemt meer systematisch te beschrijven:
  1. wat is de huidige situatie?
    Zo veel mogelijk met feiten, dus minder oordelend. Ieder oordeel schept twijfels plus de kans dat toehoorders afhaken omdat ze er (nog) niet in kunnen meegaan. Natuurlijk is het niet verkeerd om over situaties een mening te hebben met de nodige emotie (bijvoorbeeld compassie voor benadeelden), maar dan wel als conclusie op basis van feiten.
  2. wat zijn oorzaken?
    Zoek de oorzaak niet bij één omstandigheid of de intenties van één bepaalde partij. Meestal zijn meerdere betrokkenen verantwoordelijk. Wie zich slachtoffer voelt heeft natuurlijk recht op hulp en aandacht, maar kan zelf ook actie ondernemen.
  3. wat is je doel?
    Wat is de gewenste situatie, het eindresultaat dat je nastreeft? Op welke termijn? Hoe kunnen we zien of dit bereikt is? Waarom is dit resultaat belangrijk? Voor wie?
  4. wat zijn de middelen?
    Welke maatregelen zijn nodig om de brug te slaan van de huidige naar de gewenste situatie? Hoe waarschijnlijk is het dat deze set maatregelen effectief is?

Hoofd en hart
Als Spekman dit meer doet, zonder zijn bevlogenheid op te geven, zal hij wat mij betreft tien keer meer overtuigingskracht hebben. Voor de zekerheid: deze aanpak is niet strijdig met idealisme, zoals hoofd en hart ook niet strijdig zijn, maar aanvullend. Omdat Spekman erin slaagt om ethiek en resultaten in balans te houden, denk ik dat dit hem ook lukt.

Kunnen ze het niet samen doen? 
Een voorzitterstrio is wel een erg creatieve oplossing, zo ver zijn we in de politiek helaas nog niet. Het is natuurlijk wel jammer dat het kiezen van één persoon, kan worden opgevat als een negatief oordeel over de andere kandidaten. Ik ken kandidaat René Kronenberg als iemand met een grote mate van welgemeende tact, die tot uiting komt in warme belangstelling en een goede sfeer. Hij heeft ook een sterk tactisch inzicht en een wonderbaarlijk overlevingsinstinct. Van Piet Boekhoudt heb ik ontwapenende nuchterheid ervaren, gekoppeld aan een passie om te motiveren. Ik acht hem in staat om kennis van leden en niet-leden te bundelen tot een goede koers die gedragen wordt en uitvoerbaar is.

Trouwens, het is allemaal onder voorbehoud. Zolang ik nog niet heb gestemd, kunnen er nog nieuwe feiten opdoemen die mij van mening doen veranderen. Maar dat spreekt vanzelf.

En nu?
Minder vanzelfsprekend is of de Spekman en de rest van de PvdA ook echt iets gaan doen met mijn adviezen. Misschien moeten de oude fouten nog vaker worden herhaald voordat het leereffect optreedt. Er gloort wel enig licht aan de horizon. Kamerlid Mariëtte Hamer heeft mijn ideeën overgebracht aan Ruud Slotboom. Naar verluidt is die hoofd Communicatie van de TK-fractie en er zijn indicaties dat hij mij binnenkort belt.

Links
Enkele van mijn eerdere blogstukken over de PvdA:

donderdag 20 oktober 2011

Wees ‘woest’

De les van een codocent op hoge poten

Als ik vanaf nu meer zelfvertrouwen krijg, dan is dat mede te danken aan Beer en Tété. Dat ik erachter kwam gebeurde niet tijdens een goed gesprek bij een glas wijn, maar door een stukje te wandelen, zorgvuldig te reflecteren en te luisteren naar de feedback van docenten en medecursisten. Beer en Tété behoren daartoe niet, dat zijn meer codocenten die non-verbaal spreken. Het zijn honden waarmee ik een opdracht deed, tijdens een dag bij Hondenspiegel in Doorn, het trainingsbureau van Corinne Vallinga en Daniel van Gelooven.

Beer laat zich aaien met
zijn rug naar me toe,
hij voelt zich kennelijk veilig.

Beer is mijn maatje tijdens de ochtendsessie. Hij is vier jaar en gedraagt zich aan de riem van drie meter een beetje ruig. Ik maak me zorgen of hij in de trainingszaal geen koffiemokken zal omstoten en dat is gelijk de eerste valkuil. Corinne vertelt me dat zij daarvoor verantwoording neemt, het is puur mijn taak om contact met Beer te leggen. Dat gebeurt met wisselend succes, het ene moment komt Beer hollend naar me toe en dan rent hij dan weer weg om in de kring te gaan rondsnuffelen. Uiteindelijk komt hij met zijn rug naar me toe vlak voor me liggen. Terwijl Daniel een foto maakt, noemt Corinne dit een groot compliment: “Beer is een macho die niet zo maar het contact in stand houdt. En hij vertrouwt je.”

Zachter
Tijdens de nabespreking hoor ik dat mijn gezichtsuitdrukking zachter en opener is geworden. Dat is me vaker verteld, maar ik weet nooit hoe het eruit ziet. Ik vraag of er opnieuw een foto kan worden genomen, maar dat geeft enige hilariteit omdat mijn gelaat blijkbaar geneigd is in de oude plooi terug te keren. Loslaten is het motto: vertrouwen dat ik tevreden zal zijn over het resultaat, zonder te piekeren of ik verdwaal op weg erheen. Want dat geeft vooral risico op nieuwe valkuilen, zoals ‘je best doen’ om later te kunnen uitleggen dat je het toch maar geprobeerd hebt. Als ik me afvraag welke gedachtes anderen over mij hebben, gaat het contact met Beer natuurlijk verloren (en in het algemeen: het zicht op je doel). Wanneer ik geen echte aandacht geef, Beer behandel als een object, een soort pilletje zelfinzicht, is hij voor mij geen wezen met eigen behoeftes en kwaliteiten en dat werkt niet motiverend voor samenwerking. Voor wie zich afvraagt of hij merkt hoe ik hem zie: ik denk van wel omdat dieren, dankzij hun instinct, sensitiever en authentieker zijn dan mensen met hun al hun plannen, strategieën en controledrift. Als je wilt weten wat je uitstraalt, kan het dus zinvol zijn om te ervaren hoe dieren op je gedrag reageren.

In de middag heb ik Tété als partner. Ik vind het heel moeilijk om contact met hem te leggen, hij toont geen enkele belangstelling. Pas wanneer ik beschikking krijg over een buideltje met hondenbrokjes, komt hij naar me toe. Dat hij vervolgens met me mee loopt is ook aan de brokjes te danken, een schamel resultaat want ik zou liever niet van zo’n kunstgreep afhankelijk zijn. Daniel stelt als doel van de opdracht: zorgen dat Tété met me meeloopt. Dat lijkt haalbaar te worden, daar krijg ik wel vertrouwen in. Omdat ik af en toe een brokje tevoorschijn haal, komt Tété naar me toe, ik krijg dan de kans tegen hem te praten en hem aan te halen. Dat schept in elk geval contact waardoor hij meer in mijn buurt blijft en daarmee is het doel in elk geval redelijk gehaald.

Eindelijk is het contact tussen
Tété en mij tot stand gekomen.
Achteraf realiseer ik me dat ik al direct in het begin bij Tété een bepaalde onzekerheid ervoer die ik genegeerd heb omdat ik dacht dat ik het mis zou hebben. Ik zal nooit weten wat er gebeurd zou zijn als ik dat anders gedaan had, maar het was natuurlijk een gemiste kans om zo’n belangrijk signaal niet te onderzoeken. Medecursisten zeggen dat ik in het begin berusting vertoonde en later meer leiderschap, zodat Tété zich meer aangesproken voelde. Daardoor groeide mijn vertrouwen en ging het steeds beter. Dat leiderschap en affectie positief werken zou erop kunnen wijzen dat de spanning die ik bij hem meende te zien inderdaad aanwezig is. Iemand ervoer bij mij hetzelfde fenomeen als vanochtend: fixatie op de opdracht waardoor het contact met de hond wegvalt. Dat kan bij hem gewerkt hebben als een verzoek om afstand. Als Tété in het begin dacht dat ik met rust gelaten wilde worden, heeft hij heel goed naar me geluisterd, al was dat precies het omgekeerde van wat ik beoogde.

Rust versus berusting
Al met al is een cruciale les het belang van rust (opvallend dat rust en berusting qua klank dichtbij elkaar liggen en qua uitstraling zo verschillen). Rust geeft ruimte om de eigen waarneming toe te laten, aandacht te geven, alternatieven te overwegen, een keuze te maken die het doel dichterbij brengt en te reflecteren waarom dat al dan niet lukt. Jammer is alleen dat dit proces niet alleen zelfvertrouwen gééft, maar ook vráágt: het is een vicieuze cirkel. Omdat zelfvertrouwen mijn leerdoel is heb ik voor mezelf gedefinieerd wat dit betekent:
  • het hebben van een gevoel van eigenwaarde
  • het uitdrukken van dit gevoel naar mezelf (bijvoorbeeld door te luisteren naar mijn behoeftes)
  • het uitdrukken van dit gevoel naar anderen (bijvoorbeeld het kenbaar maken van mijn behoeftes).

Een klassieke situatie, die enkele keren per jaar voorkomt en die me steeds enigszins aangrijpt, is tijdens mijn werk als journalist en tekstschrijver, waarin een klant of een geïnterviewde niet tevreden is over mijn tekst. Ik beschrijf deze situatie aan de hand van vijf G’s:

Gebeurtenis
Een tekst waaraan ik met veel toewijding heb gewerkt, en waarvan ik zeker weet dat deze leesbaar, correct en informatief is, wordt op detailniveau van allerlei commentaar voorzien. Als professional in dit vakgebied weet ik ook dat het overnemen van deze wijzigingsvoorstellen ertoe leidt dat degenen die betrokken zijn bij de tekst niet meer goed worden bediend. De lezer haakt af en krijgt dus niet de benodigde informatie, waardoor ook de overtuigingswaarde van de tekst tot het nulpunt daalt.

Gedachtes
Ik maak me hier bezorgd over op basis van de volgende gedachtes:
  • meestal is iemand eenzijdig met (eigen) belangen bezig
  • het is niet alleen schadelijk voor betrokkenen, maar ook voor de samenleving als geheel wanneer mensen hun eigen interpretaties, angsten en belangen doordrukken, zonder open te staan voor andere mogelijkheden, argumenten en invalshoeken
  • dat dit gebeurt is misschien wel puur een uiting van behoefte aan macht ‘ik kan jou naar mijn pijpen laten dansen en daar doe je niets tegen’
  • dit ervaar ik al een totaal gebrek aan respect, alsof ik gedegradeerd wordt tot een object, een pion in het schaakspel van een ander.

Gevoelens
  • teleurstelling, het lijkt alsof mijn inzet en vakkennis niet worden gezien
  • onzekerheid omdat ik me afvraag wat dit gedrag zegt over mijn waarde als mens.

Gedrag
Nu ik dit op een rij zet, zie ik dat ik geneigd ben wantrouwend, defensief en moraliserend te reageren. Het risico daarvan is een zichzelf vervullende voorspelling: ik nodig de ander niet om in overleg te gaan waardoor de kans op ‘hakken in het zand’ alleen maar toeneemt.

Gevolgen
  • er komt een tekst uit en deze wordt ook op tijd aangeleverd, maar de inhoud is niet optimaal
  • het kost nog heel veel tijd om een koers te vinden die nog enigszins recht doet aan alle betrokkenen
  • ik verlies gezag, goodwill en geloofwaardigheid
  • ook als ik mijn verantwoordelijkheid neem en een tekst aanlever waar ik achter sta, verbetert dat niets aan de genoemde gedachten en gevoelens.

Dat ik dit op een rijtje zet, geeft een gevoel van schaamte omdat ik vind dat ik niet adequaat functioneer: ik maak het veel te persoonlijk en ingewikkeld. Uit onzekerheid ga een gesprek uit de weg en heb ik de neiging een beetje theatraal te laten merken dat de ander het verkeerd ziet. Bij zo’n indirecte aanpak word je niet tegengesproken en dan kun je dus jezelf wijsmaken dat je gelijk gekregen hebt. Wil ik iets positiefs bereiken dan heb ik rust en zelfvertrouwen nodig, empathie om goodwill te kweken, assertiviteit om grenzen te stellen en creativiteit om te zien welke mogelijkheden er zo nodig zijn om tot overeenstemming te komen.

Gedragen visie
Terwijl ik aan dit blogstuk werk doet zich de gevreesde situatie opnieuw voor. Ik heb een interview voor een vakblad met een deskundige op het gebied van kwaliteitszorg bij een grote organisatie die als zeer professioneel bekend staat. Ze praat in abstracte termen over de ontwikkeling van een nieuwe visie bij het bedrijf, ik weet dat als ik deze woorden overneem de hoofdredacteur het stuk zal betitelen als ‘gewauwel’. Ik denk dat het niet alleen voor de klant en voor de lezer, maar ook voor de geïnterviewde veel prettiger is om hier wat concrete handen en voeten aan te geven. Als doorvragen niet helpt vraag ik of voorlichter om achtergrondinformatie, bijvoorbeeld een artikel in een personeelsblad over de visie of een brochure die naar klanten, nieuwe medewerkers of aandeelhouders gaat. Dit is een beproefde methode die tot nu toe altijd heeft gewerkt. De voorlichter belt de volgende dag dat de toezegging toch niet kan worden nagekomen, op zich vind ik dat netjes, maar de motivatie is bijzonder vreemd en eigenlijk strijdig met de gedeclameerde visie. Er is geen tijd meer om te onderzoeken of de visie eigenlijk wel gedragen wordt in het bedrijf, ik kies ervoor aan de slag te gaan en te kijken hoe ver ik kom. Er komt een stuk uit waar de redactie vertrouwen in heeft en ze vragen mij om het snel aan te leveren. De voorlichter dient op een vrij laat moment nog een aantal wijzigingen in. De redactie neemt deze nauwelijks over en plaatst mijn versie. Het stuk wordt ook gewoon betaald.

De afloop was dus positief en misschien is dat wel te danken aan de rust die ik kon bewaren dankzij de inzichten die ik bij dit blogstuk heb verkregen. Een minder professionele opstelling van mijn kant had ertoe kunnen leiden dat de redactie minder vertrouwen zou hebben dat ik zorgvuldig te werk was gegaan. Dat is dus winst, maar daar zijn dan toch weer die bekende gedachtes ze moesten me weer hebben, ik kan met dergelijke situaties dus gewoon niet adequaat omgaan en waarom denken mensen dat ik dit niet opmerk en dat ze ermee wegkomen? Gelukkig is er dan toch ook weer een gevoel van perspectief, op basis van de eerdergenoemde termen: rust, zelfvertrouwen, empathie, assertiviteit en creativiteit. Ik ga nu op basis van dezelfde gebeurtenis kijken wat ik anders kan doen aan de hand van dezelfde vijf G’s.

Gebeurtenis
Identiek als de boven. Ter preventie kan ik in mijn mail waarmee ik de tekst voorleg, aangeven dat er is gestreefd naar een optimum van geloofwaardigheid, leesbaarheid, overtuigingskracht, relevantie en juistheid. Met name op dit laatste punt vraag ik om commentaar.

Gedachtes
Ik onthoud me van interpretaties over de motieven van de ander, ik hoef daar dus ook geen oordeel over te hebben. Ik richt mijn gedachtes op de relevantie van de wijzigingsvoorstellen, de mogelijkheden ze te verwerken en de planning waarbinnen dat moet gebeuren. Ik neem mijn verantwoordelijkheid door te vertrouwen op mijn professionaliteit: de zorgvuldigheid van mijn waarneming, de zuiverheid van mijn motieven in het weergeven ervan en de ruimte die ik heb om wijzigingsvoorstellen naar eigen inzicht door te voeren. Als ik denk dat het gebruiken van deze ruimte kan leiden tot repercussies, behoud ik mijn rust en overweeg ik de mogelijkheden om de kans hierop en de eventuele gevolgen te onderzoeken.

Gevoelens
Ik heb gevoelens van verbazing, teleurstelling en irritatie, en ik kan ervoor kiezen die uit te drukken. Verbazing komt dan als eerste in aanmerking. Mijn loyaliteit gaat primair uit naar de behoefte van de lezer (aan relevante, leesbare informatie) en de behoefte van de opdrachtgever aan tevreden lezers. Dus niet naar de emoties van de geïnterviewde (woede, angst) die kunnen ontstaan wanneer niet alle wijzigingen worden overgenomen.

Gedrag
Ik weersta de neiging verantwoording af te dragen over het volgen van wijzigingsvoorstellen, desnoods geef ik aan dat ze zorgvuldig worden overwogen.

Gevolgen
Die weet ik nog niet, het is een kwestie van ontdekken. Ik vermoed wel dat bij deze aanpak meer tevreden op deze productie kan terugkijken. In elk geval weet ik dat ik op deze manier de drie elementen van zelfvertrouwen in mijn definitie (eigenwaarde hebben, uitdrukken naar mezelf en naar anderen) aan het hanteren ben. Overigens is dit maar één voorbeeld van hoe het kan lopen. Ik heb niet de pretentie het scenario precies te gaan volgen: het wordt hoe dan ook een avontuur met praktische en emotionele hindernissen. Of dat lukt en hoe dat bevalt, bevindt zich nog helemaal in het ongewisse.

Bewoestzijn
Tot zo ver de les van twee codocenten op hoge poten. Een kwalificatie die vooral letterlijk is bedoeld:

Beer en Tété hebben een fors formaat en hun hoogte bestaat grotendeels uit poten, zoals bij veel honden. Eventjes fantaseer ik wat er zou gebeuren als ik ze kon vragen wat ze vinden van dit blogstuk. Ik hoor twee woorden met een W. Niet het voorspelbare woef-woef, dat zou ik niet kunnen verstaan, ik hoor denkbeeldig: “Wees woest.” En ik weet wat er bedoeld wordt. Niet woest in de zin van woedend, maar in de betekenis van ruig, ongerept en onstuimig. Zoals in Woeste Gronden, uit het Bommelverhaal Het einde van eindeloos van Marten Toonder. Ik zal wat meer luisteren naar mijn innerlijke bewoestzijn, zoals ieder wezen doet dat de verbinding met zijn natuurlijke instincten niet is verloren.

Links
Hondenspiegel, het trainingsbureau waar ik eind augustus 2011 deze dag meemaakte
Eerder schreef ik het blogstuk De ware fluisteraar over dierentrainers.

zondag 14 augustus 2011

Bronbeek tussen koude douche en warm bad

Monument voor de Japanse
vrouwenkampen 'Onversaagd en
ongebroken'. Locatie: Bronbeek,
maker: Frank Nix.
Het verhaal van Indië. Zo heet de vaste expositie in het museum van herinneringscentrum Bronbeek. De titel frappeert me direct: zou het denkbaar zijn dat de gemeenschappelijke geschiedenis van Indonesië en Nederland, wordt gevat in één verhaal met één interpretatie? Het maakt een wat krampachtige indruk, zoals vaker wanneer Nederland met pijnlijke elementen uit de eigen geschiedenis wordt geconfronteerd. We zijn geneigd heen en weer te slingeren tussen ontkenning van feiten en anderzijds een totaal schuldgevoel. Alsof alle fouten door ons zijn gemaakt. Waar zit het evenwicht?

Alleen al de oorlog telt naar mijn schatting duizenden verhalen die nog niet zijn gehoord en die ik dus ook niet ken. Ik ben kind van na de oorlog, mijn ouders zijn in Indië geboren uit Nederlandse ouders die naar de Gordel van smaragd waren vertrokken om daar een bestaan op te bouwen, ten dienste van hun vaderland. Heel jong ontdekte ik woorden als kumpulan (gezellig samenzijn), selamat makan (eet smakelijk) en pienter busuk (sluw).

Huispersoneel
Zoals iedere Nederlander hadden mijn ouders in hun afzonderlijke gezinnen indertijd huispersoneel: een babu (kindermeisje), een djongos (bediende) en een kokkie. Dat moet een enerverend bestaan zijn geweest in zo’n mooi land, terwijl een vergelijkbaar gezin in Nederland zich geen personeel zou kunnen veroorloven. Mijn moeder heeft onlangs nog benadrukt dat de loyaliteit van het huispersoneel (die mede was gebaseerd op dankbaarheid voor de kans om te ontsnappen aan armoede) werd beantwoord met respect. Dat sluit aan bij de indruk die ik al gevormd had. Als in de omgang met personeel geweld zou zijn gebruikt of als hun lagere sociale status een rol had gespeeld, dan had ik dat zeker geproefd in wat erover door de jaren heen werd verteld. Overigens hadden ook welgestelden onder de lokale bevolking huispersoneel.

Terwijl ik op Bronbeek rondloop, krijg ik de sterke behoefte een evenwichtige mening te ontwikkelen over het onderwerp van deze expositie, gebaseerd op kennis van de meest relevante feiten en op respect voor de behoeften, de intenties en de beleving van betrokkenen. Allemaal: van mijn familie tot de samenstellers van de expositie en van de militairen die ter plaatse hebben gediend tot en met degenen die we tegenwoordig klokkenluider noemen omdat ze misstanden aan de kaak stellen.

Huwelijksbed
Een prominent stuk op de museumvloer is een huwelijksbed. Indiëgangers zullen de guling herkennen, een rolkussen tegen transpiratie, en natuurlijk de klambu. Op een paneel staat dat de bruid van dit huwelijk (waarmee Indië wordt bedoeld), niet ten huwelijk werd gevraagd ‘ze is gedwongen’. Het valt me op dat er niets staat over de wijze waarop de bruid het huwelijk heeft beëindigd.

De tentoonstelling telt zes zalen:
  • De onderneming 1595–1817, over de VOC-tijd
  • Het wingewest 1817-1914, over de Nederlandse handelsgeest die botste op weerstand van de inheemse bevolking
  • Het Rijk 1914-1942, over het beleid van de Nederlandse overheid in een steeds complexer krachtenveld
  • Oorlog 1942-1945, met objecten en persoonlijke notities van geïnterneerden die getoond worden in vitrines, lades en onder glasplaten op de grond
  • Revolutie 1945-1949, over de strijd voor onafhankelijkheid
  • Nieuwe grond 1949-heden, over de soevereiniteit van het nieuwe land Indonesië.
Monument voor de Japanse jongenskampen,
een jongen met een 'patjol'.
Locatie: Bronbeek, maker: Anton Beysens.

Expansiedrift en extremisme
Ik leer over bevolkingscijfers, oorlogen, uniformen, details over naoorlogs geweld en onderhandelingen over onafhankelijkheid. Erg interessant is dat in de periode tussen beide wereldoorlogen niet alleen sprake was van een economische crisis, maar ook van een toenemende roep om autonomie en Japanse expansiedrift. Het kon bijna niet goed aflopen, zou je zeggen, maar alle signalen daarvan werden door de Nederlandse overheid genegeerd. Dat deze overheid iedere vorm van oproer met harde hand bestreed was misschien te verwachten, maar het was gewoon dom en onethisch om vredelievende uitingen van behoefte aan zelfstandigheid te bestraffen. Dat heeft talentvolle toekomstige politici in de armen van extremisten gejaagd. Aan het eind van dit blogstuk staat daarover een gedicht.

Het moet heel veel werk zijn geweest om deze expositie samen te stellen. Een stortvloed aan informatie comprimeren tot een overzicht in zes zalen met schilderijen, objecten, panelen en video’s is een hele prestatie. Bovendien waardeer ik de intentie om te reflecteren op het verleden en de moed die nodig is om een confrontatie aan te gaan met de minder prettige onderdelen daarvan. Ik lees op internet hier en daar positieve reacties, met uitingen van herkenning.

Legitimering
Aan de andere kant ervaar ik een gebrek aan evenwicht en volledigheid. Zo lees ik over de Atjehoorlog de Indonesische kant, maar niet de Nederlandse. Ik zie wel bij de Java-oorlog beide versies, maar die zijn rationeel van inhoud met feiten die grotendeels overeenstemmen. Ik denk dat een oorlog alleen ontstaat op basis van emotie over een uiteenlopende interpretatie van feiten en belangen. Op de website van het museum staat dat Europese mannen krijgsgevangen werden gemaakt. Er staat niet dat vrouwen en kinderen ook in concentratiekampen werden gezet. Alle jongetjes werden op de leeftijd van hooguit veertien jaar naar een mannenkamp gebracht, hun moeders wisten niet welk. Naar wat ik van mijn ouders heb begrepen waren alle westerlingen dagelijks in levensgevaar door de willekeur en de machtswellust van Japanse kampbewakers. Het is alsof degenen die meededen aan het kolonialisme en hun nabestaanden zodanig besmet zijn geraakt dat het niet de bedoeling is om te luisteren naar hun beleving en hun behoeftes. Zij hebben dat sinds de oorlog al een aantal keer ervaren en dat blijf ik vreemd vinden want volgens mij deed iedereen mee aan het kolonialisme, althans bijna iedere Nederlander legitimeerde een democratisch gecontroleerde regering die er leiding aan gaf.

Bloemen bij het herdenkingsmonument
op Bronbeek.
Opmerkelijk is trouwens een toespraak van Paul de Groot over het Nederlandse koloniale beleid, die op de tentoonstelling wordt gememoreerd. Ik lees niets over de tegenstrijdigheden in zijn standpunt, zoals weergegeven op de website van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. Evenmin wordt duidelijk waarom een moreel oordeel van De Groot voor deze tentoonstelling relevant is, gezien zijn levenswandel. Hij is voor zover bekend nooit in Indië geweest, steunde tijdens de oorlog aanvankelijk de Duitse bezetter, bleef als leider van de Communistische Partij Nederland langdurig op de hand van Stalin en liet partijgenoten die streefden naar interne democratisering afschilderen als naoorlogse nazi’s.

Oerbos
Een familielid met wie ik over de tentoonstelling rondloop, vertelt dat de nationalisten zeer gewelddadig waren, vooral tijdens de zogenaamde Bersiap-periode, toen ze kort na de oorlog enige maanden moordend door het land trokken. “Westerse kinderen werden gemarteld, terwijl inheemse kinderen rondliepen met wapens en werden geprezen voor het schieten op blanken. De Indonesiërs zijn een heel vriendelijk volk, maar als ze worden opgehitst, dan kan hun woede uit de hand lopen. De wijze waarop Sukarno sprak over Nederlanders deed niet onder voor de manier waarop Hitler de joden afschilderde. En terwijl tijdens het Nederlandse bewind alle grond aan de Staat toebehoorde, kregen na de machtsovername de president en zijn generaals grote landerijen toebedeeld. Het oerbos op Borneo is voor het overgrote deel vernietigd omdat Japan palmolie nodig had.”

Ik krijg de indruk dat de samenstellers van de tentoonstelling zich vooral ten doel hebben gesteld om voorgoed af te rekenen met de PR-praatjes van het kolonialisme. De vraag is dan voor wie dat is bedoeld, want volgens mij zijn maar weinig Nederlanders trots op dat verleden. Ik wist in elk geval wel dat geweld structureel werd ingezet om Nederlandse economische belangen te dienen, ten koste van de inheemse bevolking. Ik schaam me ervoor dat dit in naam van mijn volk is gebeurd. Ik hoop dat Nederland en Indonesië bereid zijn met elkaar te bespreken of elementen van het verleden nog rechtgezet moeten worden, in beide richtingen, en hoe dat kan gebeuren. Waar ik me niet voor schaam is de rol die mijn familieleden hebben gespeeld. Ze waren niet betrokken bij geweldplegingen en ze deden hun werk uit loyaliteit aan hun vaderland dat profiteerde van de economische voordelen en waar bijna niemand oog had voor mogelijke nadelen.

Weerzinwekkend - normaal
Bovendien ben ik voorzichtig met oordelen over individuele intenties en gedragingen. Het kolonialisme was een systeem met weerzinwekkende kanten, maar het was wel volstrekt ‘normaal’. De enkelingen die ertegen in opstand kwamen, maakten weinig indruk, ze konden gemakkelijk door het systeem gemarginaliseerd worden. Om een vergelijking te maken: vandaag de dag gebeurt hetzelfde met maatschappijvernieuwers, zoals voorvechters van de natuur en strijders voor mensenrechten in landen waarmee Nederland nauwe betrekkingen heeft. Dat onze beschaving het milieu vervuilt onder het mom van welvaart en werkgelegenheid, leidt tot de uitroeiing van talloze levensvormen. Dat dit gebeurt is een collectieve keuze op basis van een maatschappelijk axioma. Ondanks mijn bezorgdheid denk ik dat het wijs is om geen oordeel te vellen over de individuele keuzes die in een dergelijke situatie worden gemaakt. Alleen al omdat ik hoop dat toekomstige generaties mildheid zullen betrachten in hun oordeel over de samenleving waarvan ik deel uitmaak.

In het bovenstaande heb ik benoemd wat ik goed vind aan de expositie en wat ik minder goed vind. Nu is het tijd voor enkele suggesties om de minpuntjes aan te pakken. Ik zou als bezoeker van deze tentoonstelling meer tevreden zijn als ik antwoord kreeg op een of meer van de volgende vragen:
  • wat waren de motieven, verwachtingen en ambities van degenen die naar Indië reisden om een nieuw bestaan op te bouwen?
  • wat hebben ze daarvan kunnen realiseren?
  • waren ze trots op wat ze deden en bereikt hebben? Wat vinden we daar achteraf van?
  • wat was (ter plaatse en in Nederland) bekend van de misstanden?
  • hoe heeft Nederland zich als koloniale macht gedragen in vergelijking met andere landen?
  • wat valt er vandaag de dag te leren van onze koloniale geschiedenis?
  • welke dilemma’s doen zich in vandaag de dag nog steeds voor en hoe worden deze door betrokkenen ervaren?
  • hoe verkrijgen en onderhouden we deze kennis?
  • hoe weten we of we serieus bezig zijn deze lessen in de praktijk ook toe te passen?
  • hoe verloopt deze toepassing bij het optreden van Nederland in de derde wereld bij economische activiteiten (is kinderarbeid een nieuwe vorm van kolonialisme? Wie profiteert ervan? Hoe staat het met de bestrijding?), bij ontwikkelingswerk (hoe maken we dit effectief?), bij militaire en politionele operaties (Srebrenica, Uruzgan, Kunduz, Somalische kust).

Emoties
Ik kom termen als indianisatie en ethische politiek tegen op de expositie en de website. Maar deze worden eigenlijk alleen aangestipt, voor de betekenis en de praktische uitwerking heb ik internet geraadpleegd. Meer aandacht voor deze termen die een rol hebben gespeeld in het Nederlandse beleid zou ik waarderen.

Verder vind ik het een heel goed idee om bij een oorlog (minstens) twee versies te geven, zoals op de tentoonstelling gebeurt bij de Java-oorlog. Het lijkt mij van belang om hierbij niet alleen feiten rationeel weer te geven en deze aan te vullen met emoties. Vanuit mijn vakgebied als tekstschrijver denk ik dat dit het best kan gebeuren in de vorm van een citaat. De huidige tekst, waarin onder meer staat dat Atjehers niets voelen voor bemoeienis van Nederland kan dan bijvoorbeeld vervangen worden door: “Wij voelen er niets voor dat Nederland hier militairen stationeert en wetten oplegt.” etc.

Luisteren
Enerzijds vervult Bronbeek de prachtige rol van museum, herinneringscentrum en tehuis voor veteranen van het KNIL. De kumpulan krijgt hier een warm bad tijdens de gamelanconcerten, de reunies en de culturele programma’s. Tegelijk vermoed ik een koude douche voor sommigen. Ik kan me althans het gevoel van mijn familieleden goed voorstellen dat er voor de zoveelste keer wordt geoordeeld zonder te luisteren. Ik denk dat we dat wél moeten doen. Ik denk dat het wijs is om te luisteren naar moslims, majorettes, molukkers en motorrijders. Naar boeren, burgers, bakkers en buitenlui. Naar vluchtelingen, vliegeniers en vloerleggers. Ook degenen die gehavend uit de oorlog in Azië terugkwamen in hun vaderland (en hun nabestaanden) hebben compassie nodig. Zij snakken naar een samenleving waarin ze zich veilig en gewaardeerd kunnen voelen, al tientallen jaren. Daarna kan er gesproken worden over wat er toen goed en fout ging, met de daaruit te trekken lessen.

Een mogelijke les wordt voor mij mooi verwoord in een gedicht S.E.W. Roorda van Eysinga in de expositiezaal Het wingewest. Wat meer respect op beleidsniveau zou ertoe bijgedragen hebben dat het huwelijksbed op de museumvloer liefdevol werd beslapen, met een vruchtbare samenwerking tussen beide regeringen, culturen, economieën en volken.

Al met al
De expositie Het verhaal van Indië kent veel positieve kanten, tegelijk ervaar ik een gebrek aan evenwicht en volledigheid. Zo gebruikelijk als het in de koloniale tijd was om vooral geen vraagtekens bij dit systeem te zetten, lijkt het vandaag de dag politiek correct om verwijten te maken (terwijl in feite iedereen erbij betrokken was). En dat zou dan een reden zijn om de aspiraties en ambities van anderen, hun trots en pijn te negeren, ten gunste van degenen die menen een gemakkelijk oordeel te mogen vellen. Ik pleit voor een nieuw inzicht in het perspectief van dit onderwerp: het verleden constructief hanteren voor de toekomst met een dialoog in alle richtingen, door het uitstellen van een oordeel tot de feiten en emoties zijn uitgewisseld. Voor ongebreidelde compassie en respect, tegen woede en wanhoop.
Het Indisch Monument in Den Haag, waar op 15 augustus de jaarlijkse
herdenking plaatsvindt van de Japanse capitulatie in 1945,
maker Jaroslawa Dankowa. Voor velen is dit monument
een belangrijk begin van erkenning van het leed dat
in de kampen is toegebracht. 





















De namen van de makers van de diverse monumenten vindt u in de bijschriften. De foto's van de monumenten zijn gemaakt door de auteur van dit blogstuk.

Links
  • de website van de expositie Het verhaal van Indië
  • foto-impressie van de expositie
  • pagina op de website Tweedewereldoorlog.nl over Indië
  • website Indië in de oorlog
  • over het mislukken van de 'ethische politiek' en de redenen daarvoor staat m.i. zinvolle informatie in een document van KIT, op Wikipedia, op de website van Scribd en in een recensie van een boek van H.W. van den Doel op  website van KNHG
  • een leuke website om de Indonesische taal te ontdekken is Indonesischetaal.nl 
  • een website met een grote variëteit aan blogs over Indië is Indisch4ever 
  • de website van het Indisch Monument in Den Haag
  • cabaretier Diederik van Vleuten vertelde bij Pauw & Witteman op 15 februari 2012 over zijn programma Daar Werd Wat Groots Verricht. Daaruit maakte ik op dat de strekking ervan vergelijkbaar is met de bedoeling van dit blogstuk: ondanks alle fouten zijn er in Indië ook veel mooie herinneringen en goede intenties geweest. Het NOS-journaal besteedde aandacht aan zijn voorlopig laatste optreden voor deze voorstelling die weer gaat draaien in 2014
  • een document waarvan ik ervaar dat de intenties en conclusies vergelijkbaar zijn met die van mijn blogstuk is het gedocumenteerde boekwerk The Devil's Grin (Duivelse Grimas) van de naar Canada geëmigreerde Nederlander Toni Harting. Een gratis pdf-versie van dit boek is aan te vragen via zijn website: http://toniharting.com/.

zondag 29 mei 2011

Hostway Howl - Stommiteiten van provider Hostway

Hoed u voor Hostway

Provider Hostway schreef vier keer ten onrechte € 350 af van mijn rekening. De helpdeskmedewerkers zijn altijd behulpzaam. Ze raadplegen een manager en geven dan aan mij door dat het niet meer zal gebeuren. Het is niet bekend of de manager, die ik zowaar één keer spreken kreeg, een loze belofte doet of dat hij met de handen in het haar zit. In elk geval: nu het probleem zich voor de 4e keer voordoet, werd het tijd voor maatregelen via twitter en blogger.

10 juni
Nieuwe ontwikkeling: ik ontvang een aanmaning van een incassobureau. Die luisteren meestal niet. Maar http://www.bvcm.nl/ verzekert mij van wel.

16 juni
De betalingstermijn in de aanmaning is gister verstreken. Ik bel BvCM om te melden dat ik nog steeds geen reden zie om te betalen. Mijn contactpersoon is niet aanwezig, de vervanger is het met mij eens. Hij heeft mijn mailadres in het dossier gevonden en bevestigt zoals beloofd dat de betalingsverplichting is opgeschort tot er duidelijkheid is. BvCM heeft dus de administratie beter voor elkaar dan Hostway.

15 juli
Sinds half juni geen nieuws. Ik ben zelfs een weekje op vakantie geweest zonder dat Hostway rampen heeft veroorzaakt. Is dit nu een stap in de goede richting? Ik zou toch liever uitsluitsel krijgen:
  • de garantie dat ik nooit meer word lastiggevallen met onterechte facturen en incasso's
  • het schenden van deze afspraak leidt tot een schadevergoeding van € 250 per keer
  • schadevergoeding wegens omzetderving door het uitzoekwerk rond deze affaire ad € 250.
De professionaliteit van BvCM zou waarlijk groots zijn, als ze zich toch iets meer kunnen inspannen om duidelijkheid te geven.

2 augustus
Iemand vroeg of ik niet woedend ben door deze aanhoudende malversaties om via een ooit gegeven incassomachtiging mij geld af te troggelen. De vraag begrijp ik wel, maar ik ben niet van plan dit te melden bij het tv-programma Opgelicht, ik weet niet of er sprake is van kwade opzet, ik denk dat hier misschien een organisatiecultuur speelt met als kenmerken:
  • het doen van toezeggingen krijgt veel meer aandacht dan de nakoming ervan
  • de strijd tussen de diverse onderdelen van de organisatie om een belangrijke positie in het bedrijf krijgt meer aandacht dan de tevredenheid van de klant. Bijvoorbeeld als persoon of afdeling A een toezegging doet die door persoon of afdeling B moet worden nagekomen, dan wordt dit niet met B overlegd, waarna B zal gaan dwarsliggen
  • verantwoording kunnen afleggen dat de regels nauwgezet zijn uitgevoerd is belangrijker dan onder ogen zien dat de regels niet werken met als gevolg een vicieuze cirkel van inefficiency, ontevredenheid van klanten en veel extra werk, waarvan de kosten vervolgens weer door de klanten betaald moeten worden
Werken voor Hostway kan niet echt leuk zijn, in die zin voel ik medeleven met de mensen die dat moeten doen.

14 december
Ik realiseer me dat ik al een half jaar niets meer gehoord heb. Een half jaar zonder onterechte incasso's en dito aanmaningen, dat is eigenlijk wel een héél goede ontwikkeling. Misschien is het nu nog een kleine stap naar excuses.

21 februari 2012
Wat hielp uiteindelijk? Niet de mentions die ik op twitter heb gegeven en zelfs niet de RT's die ik mocht ontvangen. Ik bleef gewoon aan de bel trekken, kreeg op 20 februari 2012 nog een mail met een bedrag van € 446. En toen was het plotseling afgelopen. Hostway ontdekte een systeemfout in de administratie en crediteerde € 357. Dan komen we inderdaad uit bij het bedrag waarvan ik de verplichting wel erken: € 89 incl BTW voor de domeinen www.mindmap.pro en www.webcheck.pro.

5 juli 2012
Sinds ik tweemaal ben gebeld door Hostway en deze mail heb ontvangen, lijken alle misverstanden uit de weg geruimd. De factuur die ik daarna kreeg was correct.


Graag hoor ik jouw ideeën: 
  • hoe kan kafkaësk gedrag van bedrijven worden bestreden of voorkomen?
  • hoe kan de internetgemeenschap worden gewaarschuwd voor de risico's van slordigheden in de administratie bij bedrijven?
Alle geweldloze ideeën zijn welkom in het reactieveld onderaan deze pagina.

Deze pagina is ook te bereiken via http://bit.ly/hostway-howl

==
In English (especially for management at Hostway headquarters)
Provider Hostway debits several times an amount of € 350 without any reason, as they acknowledge themselves. That it goes on made me think of an effective way to stop them. Perhaps by twitter and blogger?

June 10th
New development: notice from  a debtcollection agency. Usually they don't listen, but http://www.bvcm.nl/ assures me they do.

June 16th
BvCM assures me that the need to pay is suspended until my obligations are clarified. They have access to my file and immediately send the e-mail they promise to confirm their answer by telephone.

July 15th
No developments in the past month. I even had a short holiday without Hostway causing new disasters. Is this a step in a good direction? I rather had definite answers:
  • guarantee that i will never again be bothered by sloppy invoices and debits
  • any violation of this leads to damages of € 250 every time it happens
  • damages for spilt time € 250.
BvCM would reach a higher level professionality, if they could do a bit more their best to clearify this definitely.

August 2nd
Someone asked me why i'm not furious about this racketing. I understand the question, but i am nog really sure if there is malicious intent, mayby it is just organisation culture:
  • making promises gets much more attention than keeping them
  • competition between different parts of the organisation leads to an internal struggle of power
  • accounting for observing the rules painstaking is much more important than accepting that some rules do not work, leading to a vicious circle of inefficiency, unsatisfied clients, extra work, extra costs and so on ...
Working for Hostway must be very unsatisfying. So, in a way i feel compassion for people there.

December 14th 2011

I just realise that for over half a year, i heard nothing. Six months without any kind of unjust debits or debtcollection notices is quite a positive development. Maybe a small step to an apology.

February 21st 2012
Finally i get two calls from Hostway and an e-mail with apologies.


I would like to hear your ideas: 
  • how can this behaviour of companies be challenged or prevented?
  • how can the internetcommunity be warned for the risks of companies with sloppy billing?
Any non-violent ideas are welcome in the field below.
Shortcut to this page: http://bit.ly/hostway-howl

Mogelijkheden (possibilities):
  • juridische maatregelen (see them in court)
  • publiciteit (publicity)
  • klagen bij de bank zodat ze geen automatische incasso's meer mogen doen (complaint at the bank)
  • posters laten drukken met een misvormde versie van hun logo (print posters with a distorted version of their logo)
  • oproep doen om geen klant te worden bij Hostway (call: don't get ever a customer)
  • ...jouw idee is hieronder welkom (your idea is welcome underneath)
Dank. Thanks.

De pagina die u leest is doorgeplaatst bij Hyves, ook daar komen reacties binnen.
This blogpage is also published at Hyves.

zondag 13 februari 2011

VAN dieren leren

Deze pagina is gereserveerd voor het toekomstige blogstuk over de vraag wat mensen van dieren kunnen leren. Twee andere stukken zijn verschenen onder de titels De ware fluisteraar en Wees woest.

De ware fluisteraar

Deel I van een trilogie over dierentrainers

Een hond is onhandelbaar. De eigenaar ziet in dat hij eerst zelf moet veranderen, voordat de hond dat definitief kan doen. Dat is meestal het patroon van tv-programma Dog whisperer op National Geographic. Het lijkt heel voorspelbaar, zeker als de uitzendingen ook nog eens permanent worden herhaald, maar ik kan het toch niet nalaten ernaar te blijven kijken. Elke keer weer zet Cesar Millan in een enorm tempo de eerste stappen vooruit en steeds ben ik verrast door wat de eigenaar leert. Soms kost het drie kwartier om de hond zover te krijgen, soms blijkt na drie maanden dat het resultaat nog maar heel beperkt is. Toch is het altijd weer fascinerend om te zien dat de hond het veel eerder begrijpt dan de eigenaar.

“Millan maakt honden bang, de halsbanden waar hij mee werkt doen pijn en hij voert een show op.” Dat zei hondenkenner Martin Gaus onlangs bij Pauw & Witteman. Deze en andere uitlatingen die hij debiteerde, verbaasden mij zeer, want ik zie als vaste kijker heel andere dingen. Het was de aanleiding een begin te maken met de beantwoording van drie vragen waarop ik broed:
  • waar komt de weerstand vandaan die Millan oproept? (niet alleen bij Gaus)
  • wat kunnen mensen van dieren leren? (in plaats van omgekeerd)
  • hoe weet je of experts die zeggen dat ze kunnen vertellen hoe je met honden of andere dieren moet omgaan echt deskundig zijn?

    De laatste vraag zal ik in dit blogstuk behandelen. Laten we hopen dat aan het eind de ware fluisteraar kan opstaan. 

    Onzekerheid
    Volgens Millan hebben honden lichaamsbeweging, discipline en affectie nodig, in deze volgorde. Dat betekent: wandelen, grenzen stellen en daarna pas het geven van aandacht. Volgens hem heeft iedere hond een goede roedelleider nodig en die rol vervullen mensen vaak niet op een goede manier, onder meer doordat ze onzeker zijn en die onzekerheid ook kunnen afreageren. Millan interpreteert en corrigeert het gedrag van honden met een verbluffende snelheid en de geluiden die hij maakt hebben soms iets weg van fluisteren.

    In een van zijn vertrekken staat een standbeeld van Boeddha. Maar hij gelooft niet helemaal in de kracht van zachtmoedigheid, want toen een van zijn gasten zei Mahatma Gandhi een goede leider te vinden, antwoordde Millan ‘die is veel te soft voor de hondenwereld’. Ik denk dat Gandhi wel zachtmoedig was, maar zeker niet soft, ook al heeft hij dat imago. Hondentrainer Paul Owens is het daar blijkbaar mee eens, want die schijnt Gandhi te citeren. Owens wordt ook al hondenfluisteraar genoemd (misschien gebeurde dat al eerder dan bij Millan) en hij heeft inderdaad een zachtmoedig uiterlijk. Het eerste wat mij opviel aan zijn werkwijze is dat hij veel met voedsel werkt als aandachttrekker en beloning. Owens zegt dat als je dit op de goede manier doet, het niet zal werken als omkoping en het effect dus blijvend is. Als Gandhi nog geleefd had, zou ik graag weten wat hij daarvan vindt, maar het is hoe dan ook een opvallend verschil met Millan. Die gebruikt hooguit in twintig procent van de gevallen een enkel stukje kaas of een paar brokjes.

    Pijn doen
    En de allereerste dierenfluisteraar was natuurlijk Monty Roberts die met paarden werkt en zelfs een paardentaal heeft ontwikkeld, vooral bestaande uit gebaren. Hij zegt dat hij daarmee bijna ieder paard in minder dan een half uur zadelmak krijgt. In zijn boeken beschrijft hij hoe hij het vertrouwen van paarden wint en hoe zinloos het is om dieren te dwingen omdat ze van nature al heel loyaal zijn. Een jockey die zijn zweep niet gebruikt, heeft volgens hem meer kans een race te winnen dan een jockey die dat wel doet. Hij heeft zeer hooggeplaatste klanten, waaronder de Britse koningin en grote bedrijven met een probleem op het vlak van organisatiecultuur. In zijn boek Paarden – wijze lessen voor de mens, gebruikt hij nadrukkelijk het woord geweldloos. Zo stelt hij dat geen enkel wezen het recht heeft om tegen een ander wezen (dier of mens) te zeggen ‘doe wat ik zeg, anders doe ik je pijn’.

    Roberts vertelt in zijn boek ook over de evenementen die hij op zijn ranch verzorgt voor individuele bezoekers en groepen. Op een dag kwam het voltallige personeel van een bedrijf langs om te zien hoe hij een paard zou zadelen. De organisator van het uitje had hem opgedragen nog even te wachten want de drie directeuren stonden nog buiten te praten. Maar dat duurde steeds langer, Roberts kreeg de indruk dat de drie gewend waren dat iedereen altijd op ze wachtte en besloot gewoon te beginnen. Toen hij uit zijn ooghoeken had gezien dat de verbaasde directeuren in alle stilte hadden plaatsgenomen op de tribune, spitste hij zijn verhaal toe op de omgangsvormen met een paard, als metafoor voor samenwerking op de werkvloer en onderling respect. Na afloop kwam het drietal enigszins beschaamd naar hem toe om te vertellen dat ze veel hadden geleerd.

    Toen over Roberts een film was gemaakt met Robert Redford in de hoofdrol, kwam de term fluisteraar in opkomst. Om het nog ingewikkelder te maken voert Cesar Millan in een van zijn uitzendingen weer een andere paardenfluisteraar op: Pat Parelli (zie de links onderaan dit artikel) .

    Forum
    Als ik kijk naar het forum bij Pauw & Witteman, waar de reactie die ik direct na de uitzending met Gaus gaf overigens niet meer te zien is, dan is met name het punt van de corrigerende methodes essentieel. Millan gebruikt zowel straf als beloning voor correcties en Gaus vindt dat negatief gedrag het beste genegeerd kan worden. Toch vraag ik me af of dat altijd opgaat, we kennen allemaal het echec in de jaren zestig van de zogenaamd ‘vrije opvoeding’ van kinderen. Bovendien denk ik dat een corrigerende ingreep op negatief gedrag zorgt voor aandacht en je kunt alleen maar effect bereiken met een beloning als je aandacht van de hond krijgt. En het enige alternatief voor het trekken van aandacht is vooralsnog: werken met voedsel, waarvan maar de vraag is of het ethisch meer verantwoord is dan straffen. Verder is (mij) onbekend welke aanpak het meest effectief is.

    Ik vind het jammer Gaus door gebruik van het woord aversief (walgelijk) een sfeer schept, zonder in te gaan op het effect en zonder te vertellen in hoeverre de methodes van Millan vergelijkbaar zijn met de manier waarop honden elkaar van nature corrigeren. Ik kan me in elk geval niet voorstellen dat het geven van een hondenbrokje als beloning een natuurlijke gedraging is. Daarom zou ik het genereus vinden als Gaus voortaan een term zou gebruiken die minder oordelend en meer inhoudelijk is. Zonder dat ik echt thuis ben in de terminologie van hondentrainers, wil ik wel een poging doen een alternatief te geven. Ik denk dan aan: correctief.

    Zachte dokters
    In elk geval zijn de methodes van Millan volgens mij niet gewelddadig. Het is geen mishandeling om een hond de trap op te trekken als je hem daarmee helpt zijn angst te overwinnen. Voor mij is dat vergelijkbaar met het zetten van een arm bij mensen of het toedienen van jodium. Daarvoor hebben we een spreekwoord: ‘zachte dokters maken stinkende wonden’. En het is ook niet verkeerd om een hond met je hak aan te raken of op zijn zij te leggen, als dat ertoe leidt dat hij zijn onrust kwijtraakt. Suggesties dat hij honden ‘schopt’ en langdurig ‘op de grond gedrukt’ houdt zijn onwaar, voor zover ik heb kunnen nagaan. Bovendien behandelt Millan geen gewone honden, maar vooral 'zware gevallen' en het is logisch dat deze een iets andere benadering vragen.

    Dan is er nog een kritiekpunt dat Gaus niet gebruikte, maar dat ik wel eens gehoord heb. Millan zou gebruik maken van verouderde inzichten als hij de roedel centraal stelt: recent onderzoek zou hebben aangetoond dat socialisering bij honden plaatsvindt in gezinsverband. Ik weet niet in hoeverre dat waar is, ik vraag me vooral af of dit niet een kwestie is van terminologie. Ik denk dat honden net als mensen hun hele leven lang kunnen leren van soortgenoten, ook al is hun opvoeding achter de rug en zijn ze hun gezin al lang ontgroeid.

    Checklist
    Dan de vraag: hoe weet je of een deskundige echt deskundig is en geen charlatan die alleen maar belooft om een gedragsprobleem van een huisdier te kunnen oplossen? Zelf heb ik geen huisdier - afgaande op mijn logica kom ik tot een checklist. De ideale expert voldoet aan de volgende criteria:
    • heeft kennis over de diersoort, het ras en het gedragsprobleem
    • gebruikt methodes die de eigenaar aanspreken, bijvoorbeeld holistische principes, clickertraining (of juist niet)
    • geeft een heldere en logische uitleg over de aanpak met antwoorden die ook op internet geverifieerd kunnen worden
    • is gevestigd binnen een redelijke afstand
    • komt afspraken na
    • beschikt over referenties, bijvoorbeeld uitspraken van klanten op de website (testimonials)
    • gebruikt hulpmiddelen (zoals een riem, een bal)
    • is ook in staat om met een minimum aan hulpmiddelen te werken, zodat een hond bijvoorbeeld leert te doen wat gevraagd wordt, zonder aan de riem te zitten
    • geeft de eigenaar tips waarvan de inhoud begrijpelijk, concreet, uitvoerbaar en effectief is
    • deze tips mogen onwennig en misschien confronterend zijn voor de eigenaar, ze moeten wel goed voelen: aansluiten op de praktijk, met tact gegeven worden en ingaan op de specifieke situatie.

    De ware
    Wie is nu de ware fluisteraar? Die kennen we misschien niet eens. Hij of zij fluistert ongestoord verder, zoals een echte held in stilte zijn daden verricht. Er zal trouwens niet één ware fluisteraar zijn, iemand die pretendeert als enige de absolute waarheid te kennen, roept bij mij alleen maar vragen op. Meerdere deskundigen zullen vanuit hun kracht op adequate manier kunnen opereren in verschillende situaties.

    Duidelijk is voor mij dat de waarheid eerder gefluisterd dan geroepen wordt en zich helemaal niet laat commanderen. Al kan een schreeuw soms wel een heel authentieke vorm van expressie zijn. Net als een blaf, een krijs of een kras, een brul, een brom of een grom, een piep, een zang, een loei, een lach, een miauw, een bries, een kir, een sis, een huil of een snater (met dank aan Wikipedia).
    Links over hondentrainingen
    Dan nog enkele Nederlandstalige websites met onder meer boeken over andere methodes voor hondentraining:

    Links over paardentrainingen
    Twee Amerikaanse paardentrainers zijn vermeldenswaard

    Nederland